[post_thumbnail size=”large”]
Maak kennis met Nele, zaakvoerster van Haarcentrum Chiqu’a Hair Solutions. Ze had de kappersmicrobe al vroeg te pakken. “Van jongs af aan was ik al gek van haren knippen! In een mum van tijd werden de haren van al mijn Barbie poppen korter en korter, totdat ze helemaal kaal waren. En dan wilde ik natuurlijk weer een nieuwe.”, lacht Nele. Op 15-jarige leeftijd is ze dan ook zeer bewust van een ASO-opleiding overgeschakeld naar de kappersopleiding.
Ondertussen mag ze zichzelf al meer dan 11 jaar haarspecialist noemen. Waarom ze daarvoor koos? Simpel, Nele houdt ervan mensen gelukkig te maken. “Daarom dat ik een haarcentrum begonnen ben met een specialisatie in haarproblemen. Deze mensen helpen geeft zoveel meer voldoening dan alleen maar haren knippen.” De stap naar zelfstandigheid kwam er dankzij Ewout, partner en medezaakvoerder. “Hij vond het geweldig wat ik al allemaal kon verwezenlijken en vond dat ik de stap moest wagen. Samen hebben we deze mooie zaak uitgebouwd tot wat ze vandaag geworden is.”, glundert Nele.
Het empatisch zijn en kunnen meeleven met mensen is de grootste competentie in dit beroep. “Ze komen vaak met een dergelijk zwaar verhaal, dat je daar naar moet kunnen luisteren, maar toch voldoende afstand bewaren. Anders raakt het je te hard, zeker als je verschillende van dergelijke verhalen op een dag te horen krijgt.”, legt Nele uit.
Zo is er een anekdote die haar altijd zal bijblijven. “Een klant was na de chemo terug gekomen om haar korte kapsel stilaan terug vorm te geven. De eerste keer zonder pruik was dit nog in de privé-cabine, maar bij het naar buiten gaan zei ze me heel opgewonden: “Volgende keer wil ik wel gewoon terug in het kapsalon zitten hé!”. Dit was voor haar een kantelmoment waarop alles terug in zijn plooi viel en ik was blij daar een rol in te mogen spelen. Terwijl ze de eerste keer in het kapsalon zat, had ze dan ook een foto en een 5-sterrenreview op Facebook geplaatst. Dat doet mij zoveel deugd!”
De grootste uitdaging in Neles beroep is de balans werk-privé respecteren. “Wij wonen ook in dit gebouw, dus je verlaat nooit je werk. Ook op zondag administratie doen, is meer regel dan uitzondering.”, vertelt Nele, “De vele haarwerken voorbereiden, bijknopen of het bestellen van pruiken en tulbandjes gebeurt meestal ook na de uren.” Zo is er buiten de 43 uren die ze open zijn nog een boel te doen: van poetsen en administratie tot handdoeken wassen. Vervelen is hier geen optie!
De toekomst ziet ze rooskleurig, mensen willen hun haren toch steeds netjes in de plooi hebben en haarproblemen zijn nog niet zo snel verdwenen. “Als mijn lichaam het toelaat, blijf ik dit nog tot mijn pensioentje doen!”, lacht ze.